Wet vereenvoudiging beslagvrije voet

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet zou op 1 januari 2019 in werking treden. De datum van inwerkingtreding is verschoven naar 1 januari 2021. De staatssecretaris van SZW vindt dit te lang duren. Hij roept gemeenten dan ook op om vooruitlopend aan deze wet al uitvoering te geven.

Huidige regeling berekening beslagvrije voet

Het huidige systeem van de beslagvrije voet is te complex. De beslaglegger moet bij de berekening van de beslagvrije voet rekening houden met veel persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, zoals:

  • Leeftijd
  • Leefsituatie
  • Hoogte woonkosten
  • Zorgpremie/ bestuursrechtelijke premie
  • Toeslagen: huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget

Schuldenaren zijn niet bewust van hun financiële situatie waardoor ze niet een goed beeld hebben van hun inkomen. Meestal hebben zij moeite met het verstrekken van de gevraagde gegevens. De meeste schuldenaren reageren zelfs niet op informatieverzoeken van beslagleggers. Het ontbreken van de gevraagde informatie is dat de beslaglegger als gevolg hiervan de beslagvrije voet te laag kan vaststellen op maar 90% van de veronderstelde leefsituatie. Door het te laag vaststellen van de beslagvrije voet en dus een te hoog aflossingsbedrag komen de meeste schuldenaren in de problemen terecht met hun financiële situatie.

Berekening betreft beslagvrije voet regeling

De hoogte van de beslagvrije voet is merendeels afhankelijk gesteld van de leefsituatie en het inkomen van de schuldenaar met een vaststelling van 95% van het inkomen.

Inkomen bijstandsniveau

Schuldenaren die onder bijstandsniveau vallen of lager inkomen hebben komen wel in aanmerking om de beslagvrije voet naar 95% verlaagd te krijgen. Als schuldenaar heb je de mogelijkheid om 5% van het netto inkomen met vakantietoeslag inbegrepen te kunnen aflossen.

Heeft u vragen, dan kunt u altijd bij ons terecht en wij zullen u zo goed mogelijk van dienst zijn. Gebruik hiervoor onze contactpagina.